To refer to this article use this url: http://www.quotidian.nl/vol03/nr01/a03
De culturele constructie van ruimte: mythevorming rondom de IJsselmeerpolders
Op 28 mei 1932 werd de Afsluitdijk gesloten en werd de Zuiderzee officieel het IJsselmeer. Hoewel de afsluiting en gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee over het algemeen gezien werden als belangrijke momenten in de vaderlandse geschiedenis en gepaard gingen met een onwrikbaar geloof in een nieuwe, maakbare samenleving, waren er ook gevoelens van verlies. De afsluiting betekende immers het einde van de eeuwenoude, traditionele Zuiderzeevisserij en de daarbij behorende ‘typisch Nederlandse’ cultuur. Dit leidde tot een golf van nostalgie naar een geïdealiseerd en geromantiseerd ‘Holland’ dat fundamenteel anders was dan de nieuwe, moderne wereld. De romantisering van de verondersteld authentieke Nederlandse cultuur rondom de Zuiderzee stond niet op zichzelf maar was onderdeel van een breder proces waarin men in wetenschap en politiek op zoek was naar de wortels van de Nederlandse cultuurnatie (zie bijvoorbeeld Henkes 2005). De Zuiderzee werd gezien als een symbool van deze Nederlandse cultuurnatie. Zoals historicus P.J. van Winter het stelde in het lijvige De Zuiderzee: een herinneringswerk (Van Winter 1932, 9):
(…) want het water, waarvan de afsluiting en gedeeltelijke drooglegging ons een punt van nationale eer geworden is, blijkt in het volksgeheugen den Romeinschen tijd te kunnen oproepen en den bloei van Middeleeuwsche handelssteden; het zegt ons iets van den tijd toen Nederland geen Nederland was en de Zuiderzee geen Zuiderzee. Het helpt ons de herinnering vastleggen aan tegenstellingen, waar later nationale eenheid groeide en economische uitwisseling bereikt werd. Het spreekt ons nog van de bedrijvigheid van het Westfriesche zeevolk en van de ongunst der elementen, aan achteruitgang en verval en tenslotte stelt het ons voor oogen, wat durf en ondernemingsgeest van een nieuwen tijd tot stand brachten en wekt het verlangens naar een nieuwe krachtproef.
De overgangsperiode van de drooglegging was de voedingsbodem voor het ontstaan van vele mythen rondom de geschiedenis van het Zuiderzeegebied als bakermat van de authentieke Nederlandse cultuur en het begin van de inpoldering, ofwel de pioniersperiode. Geschiedfilosoof Frank Ankersmit stelt in navolging van Victor Turner dat mythen altijd over oorsprong gaan, maar dat zij ontstaan in periodes van transitie, periodes waarin een‘oude tijd’ overgaat in een ‘nieuwe tijd’. Ankersmit (2001, 319):
The transgression of this boundary is dramatized by myth into a dissociation between pre-historical and historical time. For the story of a move from one phase to another – which is the nature of all stories about transitions – is now dramatized into a story of the birth of time itself. With this dramatization all that should be associated with what preceded the transition has been removed out of historical time. It has become part of pre- or a-historic nature. A previously historical development is now transformed and immeasurably enlarged into the transition from nature to history.
Mythen objectiveren het verleden van voor de overgang naar de moderne tijd dus tot een natuurlijke en paradijselijke staat van ‘zijn’, tot de bron van een gemeenschappelijke identiteit. Mythen worden doorgaans verbonden met de Klassieke Oudheid, maar ze zijn volgens Ankersmit net zo goed aanwezig in de westerse samenleving. Als voorbeelden noemt hij de stroom aan verhalen en publicaties die leidde tot mythevorming over de Franse Revolutie en de industriële revolutie, beide beslissende momenten in de geschiedenis die voor een fundamentele breuk met de oude tijd zorgden en het wereldbeeld voorgoed veranderden.
De mythen rondom het oude Zuiderzeegebied en de ontstaansgeschiedenis van de IJsselmeerpolders werden op nationaal en later vooral op regionaal en lokaal niveau eindeloos gereproduceerd en bleken zeer invloedrijk in de representatie van het verleden van de IJsselmeerpolders in woord en beeld. In dit artikel onderscheid ik twee mythen waar in het kunstproject Pionieren in Poort naar verwezen wordt om nieuwe polderbewoners bekend te maken met ‘hun’ geschiedenis: de pioniersmythe en de oermythe.