Quotidian 3-1 (February 2012)Dorus Hoebink: Discussieartikel : Sciencefictionfans in het historisch museum: Een pleidooi voor de omarming van een posttraditioneel gemeenschapsbegrip

To refer to this article use this url: http://www.quotidian.nl/vol03/nr01/a05

Traditionele en posttraditionele gemeenschapsbegrippen

Het woord gemeenschap kent veel verschillende connotaties met vaak tegenstrijdige betekenissen. Zo wordt het woord gemeenschap bijvoorbeeld gebruikt om de (ideaal) typische organische samenlevingsvormen van het platteland te omschrijven, waarin familiebanden de belangrijkste sociale structuren vormen en mensen bij elkaar horen middels een gedeelde taal (of dialect), folklore en moraal. In deze context wordt gemeenschap gebruikt in de tegenstelling tussen stad en land, waarbij gemeenschap plaatsvindt op het platteland. Lijnrecht tegenover dit romantische ideaal van Gemeinschaft staat een postmoderne interpretatie van gemeenschap, die ervan uitgaat dat individuen met een bepaalde gedeelde interesse of leefstijl tijdelijke netwerken vormen van gelijkgestemden. Deze netwerken zijn fluïde van aard en wisselen regelmatig van samenstelling en karakter. Naast de romantische Gemeinschaft en het postmoderne sociale netwerk worden ook nog de wereldgemeenschap, de nationale gemeenschap, de stedelijke gemeenschap en de virtuele gemeenschap van elkaar onderscheiden, ieder met haar eigen kenmerken en betekenissen.

Om enige orde te scheppen in deze wirwar van interpretaties en betekenissen en om de discussie op scherp te stellen maak ik een onderscheid tussen twee brede categorieën van gemeenschapsbegrippen. De eerste categorie omschrijf ik als het traditionele gemeenschapsbegrip, de tweede als het posttraditionele gemeenschapsbegrip. Let wel, ik heb het hier niet over traditionele en posttraditionele gemeenschappen, maar over visies op wat gemeenschap is.

Het traditionele gemeenschapsbegrip komt dicht in de buurt van de hierboven genoemde Gemeinschaft. Het gaat ervan uit dat gemeenschappen bestaan uit kleinschalige groepen van mensen die een plaats, etniciteit of religie delen. Daarnaast is er sprake van intieme samenlevingsverbanden die generatie op generatie worden doorgegeven. Bovendien worden volgens dit begrip gemeenschappen gekarakteriseerd door een statische en gemeenschapsspecifieke cultuur die bestaat uit een geheel van onder andere tradities, folklore, taal of dialect en typische ambachten. Ten slotte is het traditionele gemeenschapsbegrip nostalgisch van aard en bestaat er de angst dat de westerse moderniteit en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen (denk aan individualisering, globalisering en commercialisering) een destructieve invloed hebben op de oude en unieke sociale structuren van gemeenschappen. Uit deze argwaan voor de moderniteit komt de tegenstelling tussen gemeenschap en samenleving voort, waardoor gemeenschap vaak gelijk wordt gesteld aan sociaal-economisch gemarginaliseerde sociale groepen die op de een of andere manier niet tot de dominante samenleving worden gerekend en waarvan de cultuur beschermd moet worden. Ik noem dit gemeenschapsbegrip traditioneel, omdat het zijn wortels heeft in het denken over de tegenstelling tussen stad en land in het eind van de achttiende en negentiende eeuw (cf. Calhoun 1980, 105).

Het posttraditionele gemeenschapsbegrip vertoont daarentegen meer overeenkomsten met het hierboven beschreven postmoderne netwerk. Het gaat ervan uit dat mensen ook gemeenschappen kunnen vormen op basis van een gedeelde interesse of leefstijl, of zelfs louter op basis van een gedeelde communicatie (in het geval van virtuele gemeenschappen). Daar waar volgens het traditionele gemeenschapsbegrip de collectiviteit op de eerste plaats komt, vormen individuen de basis van het posttraditionele gemeenschapsbegrip. De samenlevingsverbanden zijn losser en mensen zijn volgens het posttraditionele gemeenschapsbegrip vrijer in hun keuze tot welke gemeenschap ze behoren. Men kan zelfs onderdeel uitmaken van meerdere gemeenschappen tegelijk. De Nederlandse sociologen Jan Willem Duyvendak en Menno Hurenkamp spreken in dit kader over lichte gemeenschap, wat heel goed tot een posttraditioneel gemeenschapsbegrip gerekend kan worden (Duyvendak en Hurenkamp 2004, 219). De Engelse socioloog Gerard Delanty laat een overeenkomstig geluid horen: ‘Community today is a product of modernity, not of a premodern traditional world. It presupposes individualism, resilience and a certain reflexivity by which boundaries between self and other are less significant in the making of community’ (Delanty 2003, 189-190).