Quotidian 3-1 (February 2012)Dorus Hoebink: Discussieartikel : Sciencefictionfans in het historisch museum: Een pleidooi voor de omarming van een posttraditioneel gemeenschapsbegrip

To refer to this article use this url: http://www.quotidian.nl/vol03/nr01/a05

Met de grote bezuinigingen op kunst en cultuur, inclusief cultureel erfgoed, in het vooruitzicht worden historische musea opnieuw gedwongen zich te herbezinnen op hun positie in de huidige maatschappij. Zo wordt er bijvoorbeeld van historische musea verwacht dat ze midden in de samenleving staan en dat ze beschikken over een ‘natuurlijk draagvlak’. Hoewel het effect van de aanstaande bezuinigingen op cultureel erfgoed voor een groot gedeelte nog ongewis is, staat er wel één ding vast: historische musea zullen zich nog meer moeten storten op hun zoektocht naar concreet aanwijsbare maatschappelijke relevantie.

In deze zoektocht naar maatschappelijke relevantie heeft het begrip ‘gemeenschap’ (in een internationale context ‘community’) aan aandacht en belang gewonnen. In vele nationale en internationale publicaties en nota’s wordt er benadrukt dat musea een directe relatie moeten aangaan met de hen omringende gemeenschappen. Zo houdt The International Counsil of Museums – de internationale overkoepelende organisatie voor musea – zich al jaren bezig met de wijze waarop musea een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de sociaal-economische situatie van achtergestelde gemeenschappen. Daarnaast zijn er in Nederland tal van culturele instellingen te vinden die ‘de wijken intrekken’, ‘community outreach-projecten’ starten of gemeenschappen tijdelijk tot de organisatie toelaten middels ‘crowd sourcing’ en ‘participatieprojecten’. We kunnen niet anders dan stellen dat gemeenschap en community in de museumwereld buzzwords zijn geworden.

Nu is het één ding om de woorden community en gemeenschap in de mond te nemen, maar het daadwerkelijk uitvoeren van een effectief en vooral eigentijds gemeenschapsbeleid is iets anders. Hierbij moet ik vaststellen dat veel historische musea er een beperkt en vrij traditioneel gemeenschapsbegrip op na houden. Hierdoor lopen ze het risico dat ze niet alleen veel tijd, geld en energie steken in beleid dat relatief weinig vruchten af zal werpen, maar ook in het geheel de aansluiting met nieuwe sociale structuren en dynamiek mislopen. Wanneer deze organisaties een meer moderne visie zouden hebben op wat gemeenschappen zijn en hoe ze werken, dan zouden ze – ten eerste – een groter publiek aan kunnen spreken en – ten tweede – beter in kunnen spelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Om tot deze meer eigentijdse visie op gemeenschappen te komen is het niet voldoende om de virtuele weg te kiezen en te hopen dat middels sociale media en digitalisering van collecties ‘virtual communities’ kunnen worden aangesproken. Nee, wat nodig is, is een alternatief inzicht in de manier waarop gemeenschappen zich in de eenentwintigste eeuw manifesteren.

In wat volgt zal ik allereerst tonen hoe historische musea er een gedateerd en beperkt gemeenschapsbegrip op na houden. Daarna zal ik nieuwe gemeenschapsbegrippen die zich de laatste jaren binnen de sociologie hebben ontwikkeld, toelichten om ten slotte te beargumenteren dat deze nieuwe visies op gemeenschappen ervoor kunnen zorgen dat historische musea zich op een meer eigentijdse manier kunnen bewegen in de complexe en pluriforme Nederlandse samenleving.